Toegankelijke toiletten
Iedereen moet naar de wc, sommige mensen vaker dan de ander.
Gastvrij, toegankelijk en schoon.
Mensen moeten gemiddeld 5 tot 10 keer per dag naar het toilet. Er zijn 2 miljoen buik- en 1,5 miljoen blaaspatiënten in Nederland. Zij moeten vaak 6 tot 10 minuten lopen naar een toilet. De helft van hen heeft binnen 1 tot 5 minuten een toilet nodig bij hoge nood. Vier van de tien patiënten worden geweigerd bij een supermarkt, winkel of horecazaak. Zij zoeken te vaak tevergeefs naar een toilet.
Vrouwen hebben vaker een toilet nodig. Denk hierbij aan zwangere en ongestelde vrouwen. Bovendien begeleiden vrouwen vaker kinderen en ouderen. Vrouwelijk toiletbezoek duurt gemiddeld anderhalf tot twee keer langer dan bij mannen. Daarom zouden er anderhalf keer zoveel toiletten voor vrouwen als voor mannen moeten zijn. Mannen hebben ook meer mogelijkheden door urinoirs. Ook 1,2 miljoen diabetici, 2,4 miljoen 65 plussers en 1,8 miljoen kinderen onder de tien jaar hebben vaker een toilet nodig dan gezondere mensen.
Eisen voor een goed toegankelijk invalidentoilet
Een integraal toegankelijk toilet bevat de minimale ruimte waarbinnen een persoon met een standaard handbewogen rolstoel geacht wordt zelfstandig toilethandelingen te kunnen verrichten.
Uitgangspunt is hierbij dat de toiletpot met afgesloten deur bruikbaar moet zijn. Daarnaast is in dit toilet ook ruimte voor assistentie om de toiletpot te bereiken/verlaten.
Het invalidentoilet moet goed aangegeven zijn met bordjes en gewoon in gebruik waar het voor bedoeld is en geen opslagruimte zijn. De ruimte moet minimaal 1,65×2,20m zijn (vloeroppervlakte)..
Vóór de toegangsdeur een vrije draaicirkel van 1,5m en de deur moet minimaal 0,85m breed zijn, zonder drempel , naar buiten draaien en aan de binnenzijde voorzien zijn van een beugel op 0,90m hoogte en horizontaal over de gehele breedte van de deur. Verder lange deurkruk, vrij- en bezetslot dat goed te gebruiken moet zijn voor mensen met een slechte handfunctie. Vrije draaicirkel in de ruimte van 1,5m en 0,9×1,2m vrije opstelruimte vóór de toiletpot (gemeten haaks op de richting van de toiletpot) en 0,9×1,2m vrije opstelruimte aan één zijde naast toiletpot.
Afstand tussen toiletpot en wastafel van 0,9m.
De afstand van de voorkant van de closetpot tot achterwand moet 0,75m zijn, van de pot tot één zijmuur minimaal 0,90m en de hoogte van de pot 0,48m boven de vloer (inclusief bril). De bril moet van stevig massief kunststof en ergonomisch gevormd zijn.
Aan beide zijden van de pot een wegklapbare beugel waarvan één voorzien van een closethouder. Lengte van de beugels minimaal 0,75m, hoogte 0,24m boven de bril en de beugels 0,65m uit elkaar.
De wastafel moet op 0,80m hoogte geplaatst worden en syfon en afvoer moeten strak tegen de muur in verband met onderrijbaarheid van rolstoel.
Verder dient de wastafel voorzien te zijn van een zwenkarm kraan en de spiegel onderkant op 1m en bovenkant op 1,90m boven de vloer.
Er moet een rondgaand rood alarmkoord aangebracht zijn op 0,40m boven de vloer en aangesloten op een trekschakelaar. Het hoorbare signaal moet overgaan in een ruimte waar steeds mensen aanwezig zijn. Het alarm mag alleen in de toiletruimte uitgeschakeld kunnen worden.
Een neerklapbare stoma of baby plateau van 0,50×0,80m monteren op dezelfde hoogte als de wastafel.
Kledinghaken op 1,20m hoogte en de lichtschakelaar op 0,90m boven de vloer.